Geschiedenis van de Protestantse Kerk te Driel:

1.     De kerk
De Protestantse kerk in Driel ligt midden op een oude 'woerd' (soort terp/natuurlijke verhoging in het landschap), een zijarm van de rivier de Rijn. Driel kwam in ca. 800-850 voor in de codex Laureshamenensis deel I, pag 106 als 'Driela'.  In 1196 als 'Drihle' volgens het Oorkondenboek van het Sticht Utrecht, deel I, pag. 529. De dorpsnaam Driel is waarschijnlijk afgeleid van voornoemde locatienamen, hetgeen driesprong betekend. Mogelijk dat met deze driesprong de kruising wordt bedoeld op de Drielse Rijndijk en de Kerkstraat. Na de Romeinse tijd ontstonden na de Romeinse tijd (ca. 800) rondom Driel enkele zogenaamde Frankische hoven, die in enkele gevallen uitgroeiden tot versterkte huizen en kastelen. Driel viel eerst onder toezicht van het Bisdom van utrecht, daarna die van de Veluwe. In 1327 werd het gebied Over- en Neder Betuwe door de graven van Gelre verdeeld. Pas in 1455 werd Driel een zelfstandige kerspel (eigen kerkelijke gemeente).

2.     Schwartszmuyl, de Drielse Hervormer
Het Christendom is rond het jaar 700 na Chr. in de Nederlanden ingevoerd. De eerste Drielse hervormer, Rijckholt Schwartszmuyl, verkondigde achter de kerk, nu begraafplaats, de Lutherse leer. Daarvoor werd hij veroordeeld op 23 september 1559  door de Spaanse Inquisiteur in Elst 'den Scholtis tho Elst' op schriftelijk verzoek van mr. Thomas Roos, griffier aan het Hof van Gelre en Zutphen. Rijckholt Schwartszmuyl woonde in Arnhem aan 'den Kraen' en kwam oorspronkelijk uit Utrecht en daarvoor nog, gezien zijn naam, waarschijnlijk uit Duitsland. Hij had een zekere waardige ernst over zich, die eerbied en nieuwsgierigheid tegelijk afdwong.

3.     Het kerkgebouw
De eerste kerk in Driel was vermoedelijk het een houten kerk met een rieten dak. Alleen echt nog tastbare sporen van de kerk (het schip) dateren uit de Romaanse tijd (11de eeuw). De oude Gotische ramen zijn deels nog aan de zuidzijde in de muur te zien. Het eenbeukige schip is voortgekomen uit een kasteelkapel behorende bij de Frankische hofstede 'De Oldenburg'. De huidige kerk een laatgotische 14de-eeuwse kerk oorspronkelijk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouwe. Het met driezijdige gesloten samengestelde koor met kruisribgewelven is uit de tweede helft 15de eeuw. Op 4 sept. 1460 is in deze kerk de O.L.V.-vicarie gesticht door graaf Willem van Egmond. Tijdens de Reformatie rond 1580 kwam de kerk in protestantse handen.

In januari 1809 werd de kerk en Driel getroffen door een watervloed. Op 11 juni 1915 is de kerk grotendeels verbrand door blikseminslag. Veel van het interieur is toen verbrand, o.a. de herenbanken van de familie Cremer. Op Tweede Paasdag 1916 is de kerk weer in gebruik genomen. Tot die tijd was het dak van het schip gedekt met rode dakpannen. In september 1944 is de kerk zwaar beschadigd en in 1946 voorlopig hersteld, waarna in 1948 definitief is hersteld. De eerste restauratie was tussen 1963-1966, de tweede in 2002-2003.

Vroeger hebben in de kerk de rouwborden gehangen van Jacob Christoffel baron van Balveren, Heer van de Rode Toren, gecommitteerde der Staten Generaal in 1653 en van zijn vrouw Odillia jonkvrouw van Assendelft, en achterkleindochter van Dirck jonkheer van Assendelft en Adriana jonkvrouw van Nassau. Adriana was een dochter van Pauwel I jonkheer van Nassau en Katharina van Haeften.  Deze zijn vernield tijdens de Franse Revolutie rond 1795.

4.     Het interieur van de kerk
De huidige consistorie aan de noordzijde is gebouwd in 1963-1966 op de plek van de voormalige sacristie en latere hoofdingang voor de vrouwen. Aan de zuidzijde is de ingang van de mannen. De Lodewijk de XIV-preekstoel (1714) is afkomstig uit het Augustijner Klooster in het Belgische Hasselt, is aangekocht in 1916. 1915. De kansel is getooid met beelden van de vier Evangelisten. Men ziet een beeld van "de mens" met vleugels "het beeld van Jezus Christus": het symbool van Matheus; verder een adelaar die Johannes en het rund die Lucas verbeeld en tenslotte de leeuw (het begin van het evangelie) die Marcus verbeeld. De in empirestijl gemaakte trap van de kansel is later aangebracht.

In het koor zitten zeven glas-in-loodramen. In het koor zitten nog enkele nissen van voor de Reformatie uit de 15e eeuw. Op foto'svan het interieur van vlak na de grote brand in 1915 zijn ze duidelijk nog te zien. Hiervan is één nisje nu nog in de zuidgevel van het koor zichtbaar. Twee andere nissen zijn achter het stucwerk afgedekt, doch zijn nog redelijk intact. In de nog zichtbare nis aan de zuidzijde van het koor is een zogenaamde piscina. Dit is een muurnis met watergoot in de nabijheid van een altaar. Door de goot werd bijvoorbeeld spoelwater, dat met het heilige in aanraking was geweest, naar de gewijde grond van het kerkhof afgevoerd. Zo stroomde 'Gods water over Gods akker'. Links hiervan is ook nog een dichtgemetselde doorkijk gevonden: een hagioscoop. Door dit lage raam scheen zonlicht op het altaar, en men kon van buiten in het koor van de kerk kijken.

5.     De verschillende orgels
Tijdens de grote brand in 1915 ging ook het orgel uit 1871 geleverd door firma Van Puffelen uit Zaltbommel. Daarna is de kerk voorzien van een orgel van firma A. Standaart uit Rotterdam. Dit orgel is na de Tweede Wereldoorlog nog gerestaureerd en had veel vochtschade opgelopen tijdens de winter van 1944-1945. Het huidige (derde) orgel is gebouwd  in 1902 door Peter Conacher & Co. uit Huddersfield en is afkomstig uit de kerk te Pont Rhyd-y-fen in Wales Engeland en is op zondag 7 juni 2003 in gebruik genomen.

6.     De toren
Aanvankelijk had de kerk geen toren, die is pas in 1467 gebouwd en bestaat uit drie geledingen met spaarvelden, korfbogen en schietsleuven. De toren was aanvankelijk eigendom van de gemeente Heteren en heeft toen ook een verdedigingsfunctie gehad. Deze kon alleen bereikt worden van binnenuit de kerk. Anno 1790 werd de toren door de Fransen gevorderd voor krijgsdoeleinden. In 1867 heeft echter de Hervormde Gemeente te Driel de toren kunnen kopen. In 1963 is de toren gerestaureerd en is er een nieuwe hoofdingang gemaakt.

7.     De kerkklok
De eerste kerkklok is in 1613 de klok 'in troebele tijden' geroofd. Na verkoop van een stuk grond, circa 1 morgen groot,  kon een nieuwe klok worden gegoten. Later is deze klok gebarsten en is opnieuw in 1883 een nieuwe klok gegoten bij A.R. van Bergen te Heiligerlee. In 1944 is deze gevorderd door de Duitsers en nooit meer teruggevonden. De huidige (derde) torenklok is gegoten in augustus 1950 door firma van Bergen uit Midwolda.

8.     De pastorieën
De eerste gezamenlijke pastorie stond in Elden, ten oosten van de kerk, toen de gemeente nog één kerkelijke gemeente vormde met Driel. Vlak na 1897 is de eerste eigen pastorie in Driel is gebouwd aan de Drielse Rijndijk, ten westen van de kerk gelegen. Deze is in 1940-1945 volledig afgebrand door oorlogshandelingen. In 1948 is de tweede eigen pastorie gebouwd aan de Kerkstraat, ten oosten van de kerk, en is in 2008 verkocht. 
9.     Nederlands Hervormde kerk Elden-Driel
Tot 1837 vormden de kerkelijke gemeenten van Elden-Driel één kerkelijke gemeente. Elk dorp had wel zijn eigen kerkgebouw. In 1654 had de kerk in Driel 21 lidmaten en in 2009 circa 350 lidmaten.

10.   De predikanten van Elden-Driel
De predikanten vanaf de periode 1602-1837, toen de kerk ik Driel nog een combinatie was met de kerk te Elden zijn;

1602-1630     ds. Johannes Woltingius ('den Ouden')  
1631-1633     ds. Johannes Woltingius ('den Jongen')
1633-1654     ds. Wilhelmus Franck
1655-1658     ds. Winandus ten Daer
1659-1689     ds. Dominucus Gerardus Henckelis
1689-1728     ds. Johannes van Genth
1729-1744     ds. Gisbertus Henricus Berghoff
1745-1776     ds. Everhardus Kerkhoff
1778-1819     ds. Cornelis Buschman
1819-1830     ds. Jan van der Vegt
1831-1834     ds. Johan Pieter van Harencarspel
1834-1837     ds. Willem Carel Wansleven

In 1837 is bij Koninklijk Besluit de kerkelijke gemeente Driel zelfstandig geworden. Vanaf dat moment was er ook behoefte aan een eigen pastorie voor de eigen predikanten.

11.     De predikanten te Driel
Vanaf 1837 had Driel een eigen predikant, hieronder staan hun namen per de periode dat ze in Driel gepreekt hebben;

1837-1868     ds. Herman Frederick Mallinckrodt
1869-1882     ds. Carel Christiaan Jenneke Hiebendaal
1882-1904     ds. Willem van den Hoonaard
1905-1916     ds. Johannes Gerardus Keij
1916-1919     ds. Geert Grootjans
1919-1923     ds. Thomas Kramer
1924-1938     ds. Reinier Meeuwenberg
1939-1946     ds. Jan Voorsteegh
1948-1953     ds. Jan Hendrik Grolle
1955-1963     ds. Cornelis Bastiaan Boere
1963-1968     ds. Jan Geursen
1969-1976     ds. mr. Jan Willem Koelman
1977-1981     ds. Hendrik Westerink  
1982-1987     ds. Sibren Hendrik Smits
1989-1991     ds. Willem Dijkstra
1991-1998     mw. ds. Hanna Agnes Keur
1999-2005     ds. Marinus Johannes op den Brouw

Vanaf 1 jan 2006 is de kerk overgegaan naar Protestantse gemeente te Driel:

2005-2007     ds. Marinus Johannes op den Brouw  
2008-heden   mw. ds. Petronella Kamper MA

12.     De begraafplaats
Tot in de 18e eeuw werd men nog begraven in de kerk. Dat was op een gegeven moment niet meer toegestaan. De begraafplaats in Driel achter de kerk is dan rond 1868 in gebruik genomen.  Op de begraafplaats liggen de twee grafmonumenten van de eerste eigen predikanten: als eerste predikant ds. Hermann Frederick Mallinckcrodt en van zijn vrouw Petronella Wilhelmina Mallinckrodt-Swaan. Verder bevind zich op de begraafplaats het familiegraf van de familie Van den Hoonaard. Hierin zijn begraven de tweede predikant te Driel: ds. Willem van den Hoonaard, zijn moeder Johanna Hendrika van Erp, en zijn oudste zuster is Cornelia Hendrika van den Hoonaard en zijn jongste zuster Petronella Willemina van den Hoonaard.

13.     Vicariegronden
Vanaf de 15e eeuw bezat  de kerk in Driel enkele zogenaamde vicariegoederen, waarvan de eerste al genoemd werden in het jaar 1402. Dit zijn percelen grond, hofstedes (boerderijen), woningen e.d. die geschonken zijn door de verschillende graven en edellieden aan de kerk. Deze goederen lagen in de kern van het dorp Driel, in de buitengebieden vlak rondom Driel, tussen Heteren en Driel, nabij Indoornik en tussen Elst en Driel. Een aantal van deze percelen had een eigendomsrelatie met het Huis Bergh te 's-Heerenberg, kasteel De Roode Toren en voormalig kasteel Nijenburg, kasteel Doorwerth, en de hofsteden de Oldenhof en Vriendstein.

Enkele gronden werden verpacht, om zo een inkomen voor de predikanten te genereren en werd gebruikt voor het onderhoud van de kerk. De vicariegoederen waren eigendom van de Hervormde Pastorie, de Hervormde Gemeente, de Hervormde Kosterij, de Hervormde Kerk en de Hervormde Diaconie van Driel. Enkele percelen hadden een zogenaamde veldnaam, zoals: het Hogevelt, de Baarskamp, de Poelic-kamp, die Haer, die Gheer, 't Hoofken, 't Kempke, de Hemelse akker (Himmelrik), het Domineeshoekje, de Slikkenburg, die Moirssche Bongart, het Armenonland, Armenweide en Baniersland.

Door de eeuwen heen heeft de kerk zo'n 38 percelen (bebouwd en onbebouwd) op deze wijze in eigendom gehad. Hiervan beschikt de kerk in 2009 nog over 9 percelen. De overige percelen en gebouwen zijn verkocht ten gevolge van uitbreidingen van het dorp Driel of voor onderhoud en dergelijke voor de kerk. 

Driel, 30 augustus 2009, Jacob R. Alkema